Portret van… Guido de Vos, senior Gebieds Gebonden Politiezorg (GGP) Jeugd bij het basisteam Schiedam

“Ik vind dat iedereen dezelfde kansen verdient in het leven. In de praktijk is dat natuurlijk een utopie, want het maakt enorm veel verschil waar je bed heeft gestaan.” Guido de Vos werkt sinds 2001 bij de politie, de afgelopen zes jaar als senior GGP Jeugd. Voor onze vaste rubriek vroegen we hem onder andere naar zijn drijfveer om een bijdrage te leveren aan de transformatie van de jeugdhulp en naar zijn inspiratiebron.

GuidodeVosVanuit welke rol ben je betrokken bij het MVS Jeugdmodel?

“Ik ben werkzaam als senior Gebieds Gebonden Politiezorg (GGP) Jeugd, bij het basisteam Schiedam. Binnen ons team ben ik verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering van de politiële jeugdtaak. Eén van onze uitvoeringstaken is het werkproces ‘Vroegsignaleren en doorverwijzen’ dat we samen met Bureau Jeugdzorg hebben ontwikkeld. Wanneer wij ons zorgen maken over de veiligheid of gezondheid van een minderjarige, informeren wij de hulpverlening door middel van een Veilig Thuis-melding. Deze VT-melding maken we op wanneer er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling en bij overige zorgen. Door deze werkwijze hebben wij nu één meldpunt waar alle zorgsignalen met betrekking tot minderjarigen samenkomen. 

Wat is je drijfveer om een bijdrage te leveren aan het verbeteren van de jeugdhulp in onze regio?

Waarom belandt de een in de criminaliteit en een ander niet? Het gedrag van jongeren fascineert me al vanaf mijn eerste jaren bij de politie. Toen ik in 2015 de mogelijkheid kreeg de functie senior GGP Jeugd vorm te geven, heb ik deze kans met beide handen aangegrepen. In deze functie kan ik mij verdiepen in de mogelijke oorzaken van specifiek gedrag. Zo ontdekte ik dat jongeren die strafbare feiten plegen, vaak al eerder bij ons in beeld zijn. Als eerdere incidenten niet ernstig genoeg zijn om door te zetten naar de hulpverlening, is het vaak afwachten tot een minderjarige écht de fout ingaat. Dán krijgt hij of zij vaak ‘verplichte’ hulp. Terwijl, als we eerder de juiste hulp hadden kunnen aanbieden, dan hadden we het strafrechtelijke feit wellicht kunnen voorkomen. Plus, doordat de hulpverlening op dit moment vooral gericht is op de minderjarigen waarbij het zwaar fout is gegaan, is er niet voldoende capaciteit om de grote groep jongeren te helpen die zich tot dan toe ‘slechts’ schuldig maakt aan lichte incidenten. Mijn drijfveer is om naar mogelijkheden te zoeken waarop we binnen de juridische kaders kunnen samenwerken met betrokken partijen (school, wijkteam, ouders, e.d.)  om juist die groep de juiste hulpverlening te bieden. 

Wie is je inspirator of voorbeeld in je werk?

Ik ben voor gelijkheid, dát is mijn inspiratiebron. Ik vind dat iedereen dezelfde kansen verdient in het leven. In de praktijk is dat natuurlijk een utopie, want het maakt enorm veel verschil waar je bed heeft gestaan. Daarom zie ik een minderjarige verdachte niet alleen als dader maar zeker ook als slachtoffer van de omstandigheden. Als je vanuit die invalshoek de mens achter de (potentiële) crimineel benadert merk je dat dit uiteindelijk het verschil kan maken. 

Waar kunnen we je ’s nachts voor wakker maken?

Er zijn niet veel dingen waar je me ’s nachts voor wakker kunt maken. Ik hou namelijk erg van mijn nachtrust en heb deze ook zeker nodig op mijn leeftijd ;). Maar als je me dan toch zo nodig wakker wil maken dan zeg ik: voor een onbezorgde vakantie naar een warm oord. 

Welke brandende vraag heb je?

Ik zie het MVS Jeugdmodel absoluut als een kans om het nu echt anders en beter te organiseren in de jeugdzorg. Ik ben vol hoop en heb op dit moment niet echt een brandende vraag. Wel ben ik benieuwd wat er voor gaat zorgen dat de transitie soepel verloopt. Hoe gaat het de samenwerkende partijen nu wél lukken.”