Ooh dennenboom, een evergreen in januari

400e boom van dit plantseizoen:

Ging uw kerstboom op 1 januari, hup, de deur uit? Of wacht u traditiegetrouw totdat we drie koningen uitgezwaaid hebben? Afgelopen week sleepte menig grote en kleine Vlaardinger de kerstboom naar een van de inleverplekken van de gemeente. Dat leverde hen een klein zakcentje op en de kans op een van de mooie prijzen! Dat scheelt Vlaardingen weer heel wat ergernis over kerstbomen die als verweesde vissengraten hun naalden liggen te verliezen ergens in de straten van onze stad. Maar terwijl u uw kerstboom weg deed, plantten onze bomenplanters er maar liefst 24 aan (welke precies de 400e is, laten we even in het midden). Reden voor ons om in januari gewoon nog eens even uitgebreid kennis te maken met de dennenboom!

“O, dennenboom, o dennenboom, wat zijn uw takken wonderschoon…” luidt de tekst van een echte ‘evergreen’. Maar wie de foto bij dit artikel ziet, valt het wellicht op dat deze boom weinig weg heeft van de kerstboom die u zojuist naar de versnipperaar bracht. Goed gezien! Want daar waar u op het plaatje daadwerkelijk een dennenboom ziet, kocht u begin december bij uw kerstbomenverkoper een heel ander boompje. Uw piek stond waarschijnlijk op een fijnspar (Picea), een Nordmann-spar (Abies) of een zilverspar (Abies). 

Echt of niet?

Deze week in onze bomenserie hebben we het dus over de échte dennenboom, namelijk de Pinus sylvestris. Ok, niet iedereen zal het er mee eens zijn, want in de tijd van het originele liedje “O Tannenbaum” werden alle naaldbomen ‘dennenboom’ genoemd. Daarnaast vallen sparren wel weer onder de grote dennenfamilie, dus het is maar hoe je het bekijkt… 

o dennenboom2

Oorsprong

Het blijft altijd leuk om te zoeken naar de oorsprong van plantennamen. Over de wortels van het woord Pinus, zijn niet alle bronnen het eens. Het Griekse phoinos betekent rood/bruin, wat kan duiden op de kleur van de stam. Wie het liever meer in de Keltische hoek zoekt, komt uit bij het Keltische pin of pen, dat berg of rots betekent. Gezien de plekken waar de boom kan groeien, ook helemaal geen gekke verklaring. Wikipedia denkt de juiste uitleg te vinden in het Proto-Indo-Europese en aan Sanskriet verwante woord voor ‘dik’ en ‘sap’. Wie wel eens tegen een den met afgebroken tak aan gestaan heeft, kent de geurige en vooral ook stroperige en plakkende hars van de boom. Met zijn tweede naam hebben we het eenvoudiger. ‘Sylvestris’ betekent namelijk ‘in het bos groeiend’.

Hout met ingebouwd alarm

De grove den is een wintergroene boom met lange, donkergroene naalden die met z’n tweeën aan de tak zitten. Ook krijgt hij de typische dennenappels van 3 à 4 cm. Deze boomsoort is in Nederland veel aangeplant voor de toenmalige mijnbouw. Het handige hout heeft namelijk een grote draag- en buigkracht en bovendien begint het hout ver van te voren te kraken wanneer het gaat begeven. En als u in de mijn werkt is dat een goed signaal om als de wiedeweerga weg te wezen!